We nemen ’s middags de vlucht in Zaventem en komen al rond 15u toe in Reykjavik, van vlot gesproken! De dag van vertrek al meteen de omgeving kunnen verkennen, het is een luxe die we wel kunnen appreciëren. We checken in bij Guesthouse Loki 101 en gaan meteen op stap in de hoofdstad. Het valt ons meteen op dat Reykjavik erg klein en rustig is: geen autoverkeer, stille straten, … We hadden niet anders mogen verwachten voor een stad met maar 120.000 inwoners, maar het blijft toch vreemd…

We wandelen voorbij de Hallgrimskirkja, een moderne kerk die ons niet echt kan bekoren, en gaan meteen op zoek naar een outdoorwinkel om gas te kopen voor ons kookstel. Gelukkig vinden we in de winkelstraat Laugavegur wat we zoeken. We doen er inkopen in de Bonus en wandelen tot aan het water, waar het imposante concertgebouw Harpa staat. Het waait zo hard dat we ondanks de zonneschijn koud hebben en toevlucht zoeken in de warmte van het gebouw.

Gelukkig is het aangenaam vertoeven in het concertgebouw: het is een indrukwekkend staaltje architectuur, de lichtinval maakt het er heerlijk warm en zorg voor interessante foto’s en het uitzicht op het water is mooi.

Als we opgewarmd zijn kuieren we nog wat verder door de stad, op zoek naar een plekje om te eten. De visrestaurants langs de haven zijn ons iets te druk, in de plaats kiezen we voor een burger in een hippe bar. We wandelen daarna nog wat rond en merken op dat het nog steeds klaar is.

Uiteindelijk gaan we slapen, in onze kleine maar gezellige kamer met lekker zacht bed. Tijdens onze eerste nacht in IJsland kunnen we het niet laten om regelmatig te checken of het al donker is. Conclusie: de zon gaat natuurlijk wel onder (het is al eind juli!), maar echt pikkedonker wordt het niet: al ’n geluk dat we ooglapjes mee hebben…