Klik hier voor een overzicht van de reis
Route: Charlo – Apgar
Afstand: 173 km
Activiteiten: paardrijden met een cowboy; rijden; kamperen tussen de beren van Glacier NP
Weer: bewolkt
Wildlife: sporen van een poema en van beren
Overnachting: Fish Creek Campground, Glacier NP
Na een heerlijke nacht in de hut van de ranch maken we ons klaar voor het ontbijt. Het ontbijt wordt opgediend in de living van Karen, de gastvrouw. De living staat vol met jachttrofeeën: er hangen berenvellen, opgezette elandenkoppen steken er uit de muren en er staat een enorme opgezette beer. Karen maakt een heerlijk ontbijt klaar met gebakken spek, eieren, american pancakes, maple syrup,… alles erop en eraan. We zitten aan een grote tafel samen en praten over de verschillen tussen de USA en Europa. Karen vertelt dat het hele gebied eigendom is van de indianen, en dat zijzelf afstamt van de tribals. We vernemen ook dat er al een hele week een baby-beer rondhangt op de ranch, waarschijnlijk een kleintje die z’n moeder verloren is en nu uitgehongerd bij de ranch rondhangt in de hoop op eten.
Wanneer ons buikje vol zit en de paarden klaar zijn, gaan we richting de stallen en klimmen we elk op een paard. Ulrike krijgt Sweet Peaches toegewezen en ik mag op Snippy rijden. Onze cowboygids is een jong en verlegen ventje maar heeft blijkbaar al meerdere cowboy-wedstrijden gewonnen. Het paardrijden is heel ontspannend, we voelen ons al gauw echte cowgirls. We rijden in de bossen en de heuvels en onze gids wijst ons de sporen van een poema aan. We gaan op zoek naar beren maar zien helaas (of misschien eerder gelukkig) enkel de sporen van een berenaanval. We gaan ook op zoek naar de weggelopen paarden van de ranch, maar komen ze niet tegen.
Na een tweetal uren op de rug van de brave paarden keren we terug naar de ranch. We nemen afscheid van Karen en van het klein schattig katje van de ranch en stappen met stijve benen in de auto en vertrekken richting Glacier NP.
Onderweg slaan we eten en water in en doen we een poging om te tanken. We picknicken langs het immense Flathead Lake en genieten van het zonnetje en het ijskoude water.
Nadien rijden we via Kalispell, langsheen jonge amerikanen op de baan die bordjes vasthouden waarop spreuken staan zoals “I once was a prostitute but now I’m saved by Jesus” en dergelijke.
Via West Glacier komen we toe in Glacier National Park. Aan de inkom van het park krijgen we meteen te horen dat de meeste campings bijna vol zijn en raadt de ranger ons aan om naar de dichtsbijzijnde campground te gaan. Wanneer we toekomen aan de Fish Creek campground installeren we ons op één van de twee laatste plekjes. De ranger aan het onthaal heeft Ulrike’s naam echt niet verstaan en tikt een volledig verkeerde naam in. Vanaf nu heet ze dus Ulirke Trike. We worden door bordjes en door de rangers al meteen gewaarschuwd voor de beren. Kamperen in bear-country houdt in dat je je campsite bear-proof moet houden. Met andere woorden: geen eten of drinken laten slingeren, geen potten/pannen en kookgerief (ook al is het afgewassen), geen toiletgerief en alles waar een bloemengeurtje aan zou kunnen hangen. Alles met een geurtje moet in de auto blijven, behalve wanneer je het nodig hebt.
Het ‘sanitair’ van de camping stelt niet veel voor: wc’s een lavabo en een waterkraantje. Douches zijn er niet. En dit zou volgens ons boekje één van de meest voorziene campgrounds zijn van Glacier NP! Toch is het een heel mooie camping, midden in het bos en vlak aan Lake McDonald.
De campsites hebben ook allemaal een houten tafel met bankje, een firepit en kiezelsteentjes op de plaats waar je je tent kan opstellen. Auch!
We besluiten dan maar snel een omwegje te doen langs het winkeltje van Apgar en kopen daar een bache voor onder de tent en houtblokken en bearspray. De houtblokken zijn nodig want je mag geen hout sprokkelen in het park dus moet je hout kopen. Bearspray is dan weer noodzakelijk om je te verweren wanneer je door een beer aangevallen zou worden. Vooral nuttig op wandelingen indien je een beer op het pad zou verrassen. De bearspray (in feite gewoon een pepperspray met andere label op) hou ik vanaf dan altijd op zak (je weet maar nooit!).
Terug op de camping zetten we voor het eerst onze gloednieuwe tent op zonder al te veel moeite dankzij het handige kleurensysteem van The North Face. Wanneer we beginnen koken komt de ranger langs en laat hij nogmaals weten dat we het kookwater van de spaghetti moeten opvangen in de afwasbak en samen met het afwaswater in de daarvoor voorziene lavabo uitgieten (mag zeker niet op de grond!). Het is toch even wennen om te koken zonder te morsen!
Na het eten en afwassen gaan we naar het “interpretive program” over beartracking. We merken al gauw dat “interpretive” hip is en dat amerikanen op vakantie graag educatieve avondprogramma’s volgen. In het amfitheater leert de ranger ons alles over het herkennen van sporen van beren, poema’s, wolven en herten. Het is een beetje saai, maar toch boeiend om te zien hoe sommige kinderen rondlopen met een ranger-hoed die volstaat met junior-ranger-badges van verschillende nationale parken.
Nadat we alles over beartracking geleerd hebben dat er valt te leren, starten we aan ons kampvuurtje. We maken een pyramide van papier en een klein beetje (illegaal gesprokkelde) takjes en beginnen vol moed. Al snel blijkt dat een kampvuur maken met enkel papier en dikke houtblokken niet zo makkelijk gaat. Veel pogingen en zippblokjes later hebben we eindelijk vuur en roosteren we marshmallows als dessert.
Als dat geen vakantie is!
Het wordt snel donker en we gaan slapen in onze tent. We zijn echt tevreden van de nieuwe tent, ze weegt maar 2,8 kg en er is echt meer dan voldoende ruimte voor 2 personen (toch in vergelijking met onze vorige lightweight tent van de decathlon).
Slapen lukt me die eerste nacht niet zo goed. Ik hoor allerlei vreemde geluiden en denk de hele tijd dat er misschien wel een beer rond de tent hangt… brrrrr