Klik hier voor een overzicht van de reis
Route: Lake Louise – Field – Rampart Creek
Afstand: 150 km
Activiteiten: Yoho, Wildwater rafting, Icefields Parkway
Weer: zonnig
Wildlife: 1 zwarte beer
Overnachting: Rampart Creek Campground, Icefields Parkway
De wekker gaat af om 6u00 en het is ijskoud! We breken snel de tent af en vertrekken richting Yoho NP, voorbij Field.
We hebben gisteren een voormiddag raften geboekt op de Kicking Horse River via de firma Wildwater.com Rafting en kozen voor de “whitewater excitement”.
We tekenen een waiver, zoals je dat hier voor alle ‘gevaarlijke’ (lees: alle) activiteiten moet doen. Hiermee nemen we alle verantwoordelijkheid van eventuele gevolgen op ons en doen we afstand van de mogelijkheid om de organisator te vervolgen. Je zou voor minder schrik krijgen, maar het blijkt hier een gewoonte die zelfs toegepast wordt als je gewoon maar een kano huurt.
Na een lange uitleg over de gevaren van het raften, over wat je moet als je in het (ijskoude) gletsjerwater terecht komt en hoe je stammen en houtval kan vermijden, zijn we klaar om te vertrekken en stappen we in het opblaasbaar bootje.
De tocht begint rustig, we zitten beiden achteraan waar we de golven goed zien aankomen. Het duurt echter niet lang of we komen in versnellingen terecht van klasse IV. Ter vergelijking: de niagara falls is een klasse VI rapid. We wisselen allemaal van plaats en komen helemaal voorin de boot terecht.
We starten met een bescheiden picnic aan Bow Lake: crackers en smeerkaas, meer dan dit hebben we niet meer wegens gebrek aan een frigo en verse inkopen.
Via Bow Summit en Peyto Lake komen we een stuk verder noordwaards en beginnen we uit te kijken naar een kampeerplek. Waterfowl campground blijkt vol te zitten, maar gelukkig vinden we nog een plekje op Rampart Creek campground.
We geraken wel aan de praat met Brett, een Canadees die aan Moraine Lake werkt en samen met enkele vrienden op een opblaasbootje het meer aan het verkennen is. Een rustig dobbertochtje op het meer zien we wel zitten en we vragen of we het opblaasbootje even mogen lenen.
Geen probleem, alleen is het bootje nogal krap (lees: kinderspeelgoed), is een peddel stuk en is er een lek in de bodem van het bootje. Brett verzekert ons dat we best naar een brug stappen en ons via het riviertje tot het meer moeten laten voeren. We vermoeden dat dit is omdat we op die manier in diep water kunnen vertrekken en zo bijkomende lekken vermijden door de kiezeltjes aan de oever van het meer.
Ulrike’s reddingsinstinct komt boven en ze leidt me met nuchtere aanwijzingen tot een kiezeleilandje in het midden van de rivier. Van de geleende boot blijft niets meer over, maar dat is momenteel niet onze grootste zorg: eerst moeten we nog aan de oever zien te geraken en dit betekent dat we een ander stuk rivier moeten oversteken. In het halfdiepe water trotseren we opnieuw een versnelling en komen uiteindelijk veilig op het vasteland terecht. Dat het water te koud is om in te zwemmen hebben we eventjes helemaal vergeten. Adrenaline zeker?