Klik hier voor een overzicht van de reis.
Route: Zion NP
Afstand: 7,8 km te voet
Activiteiten: Angels Landing hiken
Weer: snikheet (36 graden) en zon
Overnachting: South Campground, Zion NP
Het is kwart na zes wanneer we opstaan. Buiten is het nog donker en blaast de wind over onze tent. We ontbijten snel met muesli en melk en maken ons gereed om de bus te nemen van zeven uur. Aan de halte staan al veel mensen die ook wachten op de eerste bus van de dag.
Rond half acht stappen we af aan de halte “The Grotto” en vertrekken we op de Angels Landing hike. Deze wandeling staat bekend om het gevaarlijke pad met steile afgronden langs weerszijden en de kabels om je aan vast te houden op de moeilijkste stukken. Niet iedereen geraakt tot de top, en niet omdat de beklimming zwaar is, maar vooral omdat je er stalen zenuwen voor moet hebben en vooral geen hoogtevrees. Wie de top bereikt, kan achteraf pronken met een t-shirt “I survived Angel’s Landing”. Of niet.
We zijn zeker niet de enigen die vandaag de top willen bereiken, maar al snel verspreid het volk zich over het pad en wandelen we op ons eigen tempo naar boven. Er zijn maar enkele wandelaars voor en achter ons, en dat maakt het erg aangenaam wandelen.
Het begin van de wandeling loopt over een goed geasfalteerd pad dat geleidelijk aan stijgt uit het dal. Na een tijdje maakt het rechte pad plaats voor een steil zigzaggend pad. Het is al behoorlijk warm, ook al bevinden we ons nog in de schaduw van de bergen.
Het gemakkelijk pad gaat meteen over in gladde, afgesleten rotsen met een steile afgrond en kabels om ons aan vast te houden. Ulrike’s hoogtevrees steekt meteen de kop op, maar ze gaat gestaag verder tot aan de overloop naar de uistekende top van Angel’s Landing. Van hieruit is goed te zien hoe het pad loopt. Alhoewel van een pad niet echt sprake is: de berg is niet meer dan een uitstekende platte rots met aan weerszijden een loodrechte afgrond. Het pad loopt over de smalle graat tot aan de top.
Vanaf dit punt is het pad nergens breder dan een meter. Daar waar Ulrike meestal de meest stoere en sportieve is van ons twee, wordt ze nu helemaal verlamd door acute hoogtevrees. Van die stoere Ulrike valt niets meer te bespeuren: ze houdt de kabel krampachtig vast en schuifelt traagjes vooruit. Tot ze plots stopt en niet meer verder wil.
Na even te overleggen besluiten we dat ik alvast verder ga tot boven en dat zij daar op me zal wachten. Voor een keer ben ik diegene die durft en ik neem die rol helemaal op mij. Om Ulrike niet te lang te doen wachten, ga ik relatief snel maar beheerst over de rotsen, klauterend met behulp van de kabels en af en toe stoppend om een foto te trekken.
Voor mij wandelt een Vlaams koppel, wiens stappen ik zonder al te veel na te denken volg. Af en toe draai ik me om om te zwaaien naar Ulrike, maar het uitzicht naar beneden is kei-eng en de gedachte dat ik diezelfde weg naar beneden zal moeten nemen, zorgt voor enige aarzeling.
Eenmaal boven aan de top moet ik nog even verder over een smal plateau met gladde rotsen, tot ik aan het eindpunt van de wandeling kom: de top is bereikt! Het uitzicht is alvast prachtig! Ik kijk eventjes rond en keer dan terug richting Ulrike.
Tot mijn allergrootste verbazing zie ik ze de laatste tredes tot het plateau trotseren. Lijkwit en zonder glimlach, maar wel met enige trots dat ze daar ook staat. Blijkbaar kon ze het niet aan om beneden te blijven, en is ze op haar eentje toch naar boven geklommen. Uiteraard niet zonder paniekaanvallen, meerdere stops en vele aanmoedigingen van passanten die het toch ongelofelijk vonden dat iemand met ernstige hoogtevrees zich vrijwillig op die plek zou begeven.
Ik probeer haar gerust te stellen en samen gaan we nog eens naar de top om dan rustig aan de afdaling te beginnen. Met de nodige voorzichtigheid, dalen we stap voor stap af op hetzelfde pad dat we geklommen zijn. Het is ondertussen al drukker geworden, dus moeten we regelmatig wachten om tegenliggers over het smalle pad te laten passeren.
Wanneer we terug aan het brede, veilige pad toekomen, horen we een Amerikaanse dame een aarzelende klimmer aanmoedigen met de zinnen “I even saw a girl with heavy fear of hights climbing to the top. If she can do it, you certainly can!”.
We wandelen gniffelend voorbij en dalen via het pad terug af tot in de vallei. De zon schijnt ondertussen vollop op het pad en we zien de late klimmers afzien in de hitte. Gelukkig dat we tijdig zijn vertrokken! Eenmaal beneden, nemen we de bus terug tot aan de camping. We glunderen van trots dat we deze uitdagende wandeling tot het einde hebben volbracht!
Ulrike maakte deze videomontage, die goed weergeeft hoe spectaculair deze hike is:
Aan de camping trekken we onze bikini aan en gaan we naar het riviertje dat langs de camping loopt. Het water is er ijskoud en niet erg diep, maar het doet deugd om even af te koelen van de ongelofelijke hitte.
Na de frisse ‘duik’, gaan we naar Springdale om er een douche te nemen bij één van de verhuurders van canyoning-materiaal. Voor 5 dollar krijgen we een vies kot met douche toegewezen. De duurste en vieste douche ooit wellicht. Maar bon, we zijn proper en daar hebben we al eens iets voor over.
Na de douche gaan we terug naar Café Soleil voor een fris drankje, wifi en een stopcontact. Wanneer onze dorst gelest is en de batterijen opgeladen, gaan we naar Whiptail Grill. Dit restaurant is ingericht in een voormalig tankstation en serveert heerlijk verse taco’s.
Na zo’n heerlijke maaltijd rijden we nog even rond in het park en genieten we van de ondergaande zon die de rotsen oranje kleurt. Het lijkt wel een schilderij! We eindigen de avond met een woordspelletje bij kaarslicht.