Het was alweer veel te lang geleden dat we nog eens de benen waren gaan strekken in de Ardennen, dus besloten we om samen met Lobke, Will en Roos nog eens een wandeling uit het boekje ‘Originele wandelingen in de Belgische Ardennen‘ uit te proberen.
Route: Wibrin – Achouffe – Wibrin
Afstand: 14 km (korte variant)
Duur: 5 uur
Weer: bewolkt met soms een streepje zon
Kaart: geen kaart, enkel de uitleg uit het boekje “Originele wandelingen“
Weer: bewolkt met soms een streepje zon
Kaart: geen kaart, enkel de uitleg uit het boekje “Originele wandelingen“
Ons oog is gevallen op de wandeling “door het land van de bevers”. De wandeling begint in het gehuchtje Wibrin, en bedraagt een goede 18 km. De wandeling kan ook ingekort worden tot een tocht van 14 km, wat we ook besluiten te doen aangezien twee van ons zwanger zijn en we het niet té zwaar willen maken.
Na een autorit van een kleine twee uur, parkeren we onze auto aan de kerk van Wibrin. Het gewone schoeisel wordt omgeruild voor stevige stapschoenen en we spelen nog snel wat energie binnen onder vorm van een boterham en wat pralines.
De tocht gaat door het dorp, voorbij een oude tank en begint meteen met een kleine bergop, waardoor we snel opgewarmd zijn en de jassen alweer in de rugzak kunnen opbergen. Via een weide verlaten we de dorpskern en komen we in de natuur terecht. Het is herfst en dat zorgt voor prachtige kleurschakeringen in het landschap: het lijkt wel of iemand elke boom met een penseeltje een ander kleur heeft gegeven. Langs de rand van het bos zien we tientallen grote, rode paddenstoelen met witte stippen met prachtige vormen.
Via graspaden langs akkers en mooie wegjes door het bos, komen we tot een kleine klimpartij die ons tussen de rotsen brengt. Het is even zoeken met de beschrijving en de vele gevallen bladeren die het moeilijker maken om het pad te vinden, maar uiteindelijk vinden we een paadje dat ons tot boven de rotsen brengt. Van daaruit dalen we weer, tot we aankomen bij een beekje dat we een hele tijd blijven volgen. De grond is nog nat en drassig, en soms moeten we goed oppassen om niet uit te glijden en in de beek terecht te komen.




Na een dikke twee uur stappen komen we terecht in Achouffe, het dorp dat voornamelijk bekend staat voor de brouwerij van La Chouffe die er gevestigd is. We nemen onze lunchpauze aan de rand van de vijver en sluiten het middagmaal af met een Lachouffe-biertje (of chocomelk) en Lachouffe-pannekoeken in het café van de brouwerij.


De middagstop heeft bijna anderhalf uur geduurd, dus proberen we na de pauze niet meer te treuzelen, zodat we zeker voor de donker terug zouden zijn. In de buurt van Achouffe is het behoorlijk druk, en we komen dan ook vele wandelaars en groepen tegen onderweg. Gelukkig laten we het volk achter ons, wanneer we plots van het hoofdpad afwijken en een klein paadje moeten nemen dat ons een steile helling op stuurt. Het is een stevige klim, een echte kuitenbijter, maar dat wordt goedgemaakt door de zachte ondergrond van gevallen dennennaalden. We bevinden ons in een feeëriek ogend bos en de plotse zonnestralen die op de mossige ondergrond schijnen zorgen voor een mooi schouwspel.


Het pad brengt ons terug naar beneden in de vallei tot op een beekje. We blijven langs de beek wandelen op een pad dat precies al lang niet meer is gebruikt door mensen. Bevers daarentegen voelen zich hier wel thuis: het pad ligt bezaaid met recent omgeknaagde boomstammen en de beek zelf lijkt eerder een opeenvolging van vijvers door de indrukwekkende dammen die de bevers hebben gebouwd. De bevers zelf krijgen we niet te zien (die zullen overdag diep aan het slapen zijn), maar we zien genoeg bewijzen dat ze het hier naar hun zin hebben.


Volgens de beschrijving van het boekje moeten we hier de hele tijd langs de beek blijven wandelen, maar op een gegeven ogenblik is dat gewoonweg niet meer mogelijk: er is geen pad te bespeuren en we zien enkel nog dichte begroeiing en stapels omgevallen boomstammen waar je op geen enkele manier over geraakt. We besluiten dus even af te wijken van de beschrijving en volgen een graspad dat ons naar de top van de helling brengt tot aan de asfaltweg.

In de bocht van de weg nemen we terug het pad dat de beek volgt. Het is heel erg drassig, maar met een goed paar schoenen levert dat geen problemen op. Via een bouwvallig houten brugje met veel ontbrekende planken, steken we de beek over en volgen we het pad terug naar Wibrin. Het is nog even wandelen tot op een immense weide en dan komen we via de tuintjes achter de kerk terug tot bij onze auto. We hebben zo’n 5 uur gewandeld en zijn op tijd terug voor het donker is.